Cognitieve stijlkenmerken

Theory Of Mind (TOM)

Uitingsvormen kunnen zijn:

1 Onvoldoende psychische toestanden van anderen waar kunnen nemen of er te weinig conclusies uit kunnen trekken (mind blindness)Een tekort aan inlevingsvermogen, zich niet kunnen verplaatsen in de situatie, gemoedstoestand of gedachten van anderen.

3  Een tekort aan of ontbreken van verbeelding.

4  Te weinig creatief zijn of onvoldoende activiteiten kunnen bedenken.

5  Te weinig fantasie of verbeeldend vermogen hebben om tot iets nieuws te komen

Belangrijk voor:

a Relaties (ruzies goedmaken)
b Communicatie (tussen de regels door lezen)
c Rekening houden met de ander op de juiste wijze, in de context, in proportie en intensiteit.
d Gelijkwaardigheid, mee willen doen, competent willen zijn, geaccepteerd worden door anderen. e Opdrachten invullen (zelf bedenken en uitvoeren)

Centrale Coherentie (CC)

Uitingsvormen kunnen zijn:

1 Informatie verwerken tot een groter geheel, tot een samenhang.
2 Zich verliezen in details.
3 Betekenisvolle informatie niet kunnen onderscheiden van bijzaken.
4 Gezien worden als: rigide, eigenzinnig, asociaal, eigenwijs, star of arrogant.

Belangrijk voor:

a Organiseren en plannen van activiteiten.
b Soepel inspelen op veranderingen.
c Aanpassen in relaties en contacten.
d Samenwerken, overleggen, werk en vrijtijdsbesteding. e Overzicht te houden. f Controle, grip hebben op processen.

Executief Functioneren (EF)

Uitingsvormen kunnen zijn:

1 Moeite met plannen en organiseren.
2 De voortgang naar een doel niet kunnen controleren of overzien.
3 Flexibele benadering of houding kunnen aanhouden bij het oplossen van problemen. 4 Beperking om hetgeen begrepen wordt om te zetten naar uitvoeren.
5 De uitvoering is het zwaartepunt voor de meesten.
6 Eigen maken van nieuwe gedragingen tot spontaan handelen. Starheid en rigiditeit.

Belangrijk voor:

a Het plannen van activiteiten.
b Het overzien en doorzien van gevolgen en consequenties van handelen ten aanzien van

activiteiten.
c Mee bewegen in veranderingen.
d Om de link te leggen tussen begrijpen en doen.
e Hulp kunnen vragen.
f Creatief en inventief zijn, nieuwe vaardigheden toepassen of leren.
g Soepel en flexibel zijn in spontane (onverwachte) onvoorbereide situaties.

Context Blindheid (CB)

Uitingsvormen kunnen zijn:

1 Beperking in de voorspelbaarheid (detail) geeft beperkte betekenisverlening.Beperkte waarneming van gelaatsuitdrukking en betekenisverlening (bijvoorbeeld emoties lezen,glimlach, vriendelijk oprecht, gemaakt, formeel, zakelijk, misleidend, cynisch).

3  Niet context duidelijk gerelateerde grapjes, cynisme, sarcasme, gebrek aan TOM.

4  Context en sociaal (wenselijk) gedrag. Basisregels gaan niet altijd op.

5  Beperking in de context en het sociaal probleemoplossend vermogen. (beperking in EF en TOMen specifieke context kennis).

Belangrijk voor:

a Aandacht hebben voor relevante zaken, de hoofdzaken zien, overzicht en verbanden. b Begrijpen van taal en communicatie.

c Generalisatie van kennis en vaardigheden.
d Sociale cognities en TOM
e Flexibel kunnen inhaken en meegaan in wijzigingen en veranderingen.
f Generaliseren van eerdere ervaringen
g Voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van de omgeving. Bij een beperking kost het voorspellen veel energie.

Sensorische Perceptuele theorie (SPT)

Uitingsvormen kunnen zijn:

1 Bizarre reactie (sterk overdreven) op geluid, aanraken, zien, proeven en ruiken. 2 Sensorische beperkingen in één of meer zintuigen.
3 Onvermogen om informatie te filteren.
4 Gefragmenteerde perceptie (detailgericht).

5 Hyper- of Hypo-sensitiviteit.
6 Controleproblemen, dwanghandelingen, obsessies, angst. 7 Emotionele en sensorische hypersensitiviteit.
8 Aandacht, perceptie, systeemintegratie problemen.

Belangrijk voor:

a Abnormale percepties kunnen leiden tot hoge niveaus van (psychologische) angst of obsessieve- of compulsieve trekken.

b Samen leven en samenwerken (verdraagzaamheid).
c Pijn ervaren die moeilijk uit te leggen is.
d Het kunnen antwoorden met intentie tot de wereld of zichzelf.
e Tolerantie ten opzichte van het verdragen van de wereld of zichzelf.
f Verbindingsproblemen, gaat over doorgronden van de wereld en zichzelf.

Unknown-4