Als het om communiceren gaat, gaat het om veel meer dan alleen woorden. Het gaat niet alleen over de informatie die je met elkaar uitwisselt, maar ook over de manier waarop je dat doet. Je gezichtsuitdrukking, de gebaren die je maakt, je lichaamstaal, je stemgeluid en de fysieke afstand tot je gesprekspartner vormen samen een impliciete boodschap. Dat wat je niet zegt, maar wel uitdraagt. Dat noemen we non-verbale communicatie.
Onderliggende boodschap
In non-verbale communicatie zit meer verborgen dan je denkt. Met deze onderliggende boodschap zend je talloze signalen uit die de ander interpreteert. Bewust of onbewust vertel je de ander hoe je ergens écht over denkt of wat je van de ander vindt. Door je te verdiepen in non-verbale communicatie ben je beter in staat om onderliggende boodschappen te interpreteren en kun je jouw eigen non-verbale gedrag beter controleren. Non-verbale communicatie helpt in de volgende situaties:
- Benadrukken van woorden. Bijvoorbeeld knikken met je hoofd als je ‘Ja’ zegt.
- Ontkrachten van woorden. Je zegt ‘Ja het gaat goed’, maar haalt tegelijkertijd je schouders op als iemand vraagt hoe het met je gaat. Hiermee geef je tussen de regels door aan dat je je toch niet helemaal super voelt.
- Emoties tonen. Je kunt bij het tonen van emoties gebruik maken van je stemgeluid of je mimiek. Vaak gaat dit ook onbewust.
- Een relationele band met de ander aantonen, of juist het gebrek eraan benadrukken. Dit doe je door dichtbij te gaan staan, de ander tijdens het gesprek af en toe aan te raken of juist afstand te houden.
- Het communicatieproces in goede banen leiden. Door bijvoorbeeld een gebaar te maken waarmee je aangeeft dat de ander nu wat mag zeggen, of dat je het gesprek wilt afronden.
Vormen van non-verbale communicatie
Bij non-verbale communicatie gaat het dus eigenlijk om alles wat je zegt zonder woorden. Dat wat je uitdrukt met je lichaam, je stem en je gezicht, op het moment dat je met iemand spreekt of wanneer je je alleen al in dezelfde ruimte bevindt.
Verschillende vormen van non-verbale communicatie:
- Bewegingen die je maakt met je lichaam, bijvoorbeeld handgebaren.
- Je houding, bijvoorbeeld of je je armen over elkaar hebt of niet.
- Oogcontact, hoe meer oogcontact je maakt, des te betrouwbaarder kom je over op anderen.
- Stemgeluid, bijvoorbeeld toonhoogte en de snelheid waarmee je spreekt.
- Lichamelijke nabijheid, hoe intiem ben je met elkaar?
- Gezichtsuitdrukking, bijvoorbeeld glimlachen, knipperen met je ogen of de stand van je wenkbrauwen.
- Lichamelijke reacties, zoals blozen, zweten en zenuwtrekjes.
Kun je non-verbale communicatie leren?
Er zijn een hoop goede boeken geschreven over het gebruik en de betekenis van non-verbale communicatie. Deze boeken wekken de indruk dat non-verbale communicatie een taal is die je kunt leren. En dat je, wanneer je de taal onder de knie hebt, moeiteloos ieder knikje, iedere blik, ieder gebaar interpreteert en begrijpt.
Dit klopt. Maar het is lang niet zo makkelijk als het lijkt. Niet alle non-verbale communicatie heeft namelijk een eenduidige betekenis. De (culturele) context, die verschilt per situatie en persoon, speelt een grote rol. Een knikje met het hoofd naar een collega tijdens een vergadering betekent iets heel anders dan hetzelfde knikje waarmee je iemand gedag zegt in de gang.
Een gebaar heeft zelden een eenduidige betekenis. Het is dus onmogelijk om non-verbale communicatie altijd op dezelfde manier te interpreteren. Bekijk daarom altijd het totaalplaatje. Alle gebaren, gezichtsuitdrukkingen en houdingen als samenhangend geheel.
De culturele context
Het goede nieuws is dat mensen al op jonge leeftijd leren hoe ze non-verbale communicatie kunnen interpreteren. Dit is iets wat iedereen gaandeweg ontwikkeld. Het hoort bij je proces van socialiseren. Hierdoor gebruiken en interpreteren we non-verbale communicatie vrijwel onbewust.
Het slechte nieuws is dat non-verbale communicatie erg cultuur bepaald is.
Italianen staan bijvoorbeeld bekend om hun grootse gebaren, veel felle handbewegingen, vaak in combinatie met een opgewonden manier van praten die bijna lijkt op schreeuwen. Dit komt doordat het in de Italiaanse cultuur heel gewoon is om emoties te laten zien. Boosheid, verontwaardiging, blijdschap, het wordt allemaal geuit. Non-verbale communicatie speelt dan ook een grote rol in hun sociale interacties.
Britten doen juist het tegenovergestelde. Zij zijn vaak gereserveerd en proberen zoveel mogelijk emoties voor zichzelf te houden, waarbij ook non-verbale communicatie tot een minimum wordt beperkt. Een Italiaan kan soms dus moeite hebben met het begrijpen van een Brit, omdat de non-verbale communicatie van de Brit veel subtieler is.
Ook wanneer het aankomt op specifieke gebaren kunnen deze op verschillende plekken in de wereld iets anders betekenen. Steek je als West-Europeaan je duim op in het Midden-Oosten, dan kan dit juist worden opgevat als een negatief gebaar.
Het gebaar dat bij ons staat voor ‘Ok’, wanneer je dus met de duim en wijsvinger een rondje maakt en de andere vingers omhoog steekt, wordt in Japan gebruikt om ‘geld’ of ‘poen’ mee aan te duiden. In Arabische landen betekent hetzelfde gebaar een soort dreigement. Oppassen dus!